Ja, ik heb gesnakt. Op handen en voeten door het gras. ‘Zoek je dan wat?’, vroeg de man. Ik zei: ‘Ik reikhals deze dag’. Naar iets om aan te raken.
Pak me vast. De wereld zoals-ie was. Handzaam. Behapbaar. Hap snak. Niet om leeg te vreten. Om te hakken. Kaal en plat. Maar om iets achter te laten. Blauwblote lucht. Dat de mensen lied kunnen ademen. Een schaaltje dat rondgaat met hapjes grap. Een glas, een traan, een land gevuld met lach en zacht.